HAM Radio ZendExamens Banner  [ Welkom ]  [ Het waarom ]  [ Examens ]  [ Morse sectie ]  [ QTH Locator ]  [ Lijsten / Tabellen ]  [ Referenties ]  [ Link Sectie ] 
Home » Examen oefeningen » Start pagina F/C examens » Per VRZA Hoofdstuk » Transformatoren en opbouw van spoelen

Meten en meetinstrumenten (10 vragen).


Vraag 1


Stelling 1. Een voltmeter moet een hoge impedantie hebben om de te meten spanning zo min mogelijk te beïnvloeden
Stelling 2. Een ampèremeter moet een hoge impedantie hebben om de te meten stroom zo min mogelijk te beïnvloeden

Welke van de twee stellingen is juist:


Alleen stelling 1
Alleen stelling 2
Beide stellingen


Vraag 2


Een analoge universeelmeter in voltmeterstand heeft een inwendige weerstand van 200 kΩ.
De meter wordt aangesloten op een spanningsbron met onbekende inwendige weerstand en een EMK van 15 V.

De meter wijst nu 5 V aan.
De inwendige weerstand van de bron bedraagt


400 kΩ
300 kΩ
200 kΩ


Vraag 3


Het uitgangsvermogen van de zender is:

PE1HVH - image bij vraagnr 3
400 mW
2 W
4 W
200 mW


Vraag 4


Een kunstantenne (dummy load) wordt gebruikt om:


een zender te belasten zonder signalen uit te stralen
nauwkeurige frequentiemetingen uit te voeren
de kans op televisiestoring (TVI) te verminderen
lange afstand verbindingen te maken


Vraag 5


Bij het bepalen van het zendvermogen gebruikt men een kunstbelasting (dummy load).

Deze kunstbelasting bevat altijd een:


antenne
weerstand
capaciteit
zelfinductie