HAM Radio ZendExamens Banner  [ Welkom ]  [ Het waarom ]  [ Examens ]  [ Morse sectie ]  [ QTH Locator ]  [ Lijsten / Tabellen ]  [ Referenties ]  [ Link Sectie ] 
Home » Examen oefeningen » Start pagina F/C examens » Per PA4TON F-module » Ontvangers

Propagatie (10 vragen).


Vraag 1


Onder troposfeer wordt verstaan het gedeelte van de atmosfeer boven het aardoppervlak:


boven 500 km hoogte
tussen zee-niveau en ongeveer 10 km hoogte
tussen 80 en 120 km hoogte
tussen 120 en 500 km hoogte


Vraag 2


De eigenschappen in de troposfeer bepalen in belangrijke mate de voortplanting van radiogolven in de:


VHF-band
VHF- en HF-band
HF-band
LF-band


Vraag 3


De reikwijdte van een UHF-zender wordt het meest vergroot door:


het overgaan van horizontale op verticale polarisatie
het overgaan van enkelzijbandmodulatie op frequentiemodulatie
een opendipool te voorzien van een reflector
het vervangen van een open dipool door een gevouwen dipool


Vraag 4


In het UHF-gebied kunnen soms grote afstanden overbrugd worden ten gevolge van:


reflecties tegen de geïoniseerde D-laag
temperatuurinversies
reflecties tegen geïoniseerde F-lagen
grote zonnenvlekken-activiteit


Vraag 5


Van Amsterdam naar Stockholm wordt een radioverbinding op 145 MHz gemaakt.

Dit is mogelijk omdat:


sporadische E-laag reflectie optreedt
de kritische frequentie voor ionosfeerreflectie bij 20 MHz ligt
het zogenaamde Dellingerfeffect optreedt
de antennes op 100 meter hoogte zijn opgesteld