[
Welkom
] [
Het waarom
] [
Examens
] [
Morse sectie
] [
QTH Locator
] [
Lijsten / Tabellen
] [
Referenties
] [
Link Sectie
]
Home
»
Examen oefeningen
»
Start pagina F/C examens
»
Per PA4TON F-module
» Voorschriften 2005 - 2019
Voorschriften 2005 - 2019 (10 vragen).
Vraag 1
De zender van een radiozendamateur met een F-registratie kan in de 40-meter amateurband een zendvermogen leveren van maximaal 600 watt.
Het gebruik van deze zender is:
alleen toegestaan met een bijzondere toestemming
niet toegestaan
toegestaan als het zendvermogen wordt beperkt tot ten hoogste 400 watt
zonder beperkingen toegestaan
Vraag 2
In de algemene bepalingen van de Telecommunicatiewet komt de volgende definitie voor:
'( - X ): eigenschap van apparaten, om op bevredigende wijze in hun elektromagnetische omgeving te kunnen functioneren zonder zelf elektromagnetische storingen te veroorzaken die ontoelaatbaar zijn voor alles wat zich in die omgeving bevindt.'
In plaats van ( - X -) staat:
elektromagnetische stoorongevoeligheid
elektromagnetische affiniteit
elektromagnetische compatibiliteit
elektromagnetische toegankelijkheid
Vraag 3
In de algemene bepalingen van de Telecommunicatiewet komt de volgende definitie voor:
'( - X - ).' apparaten die naar hun aard bestemd zijn voor het zenden of het zenden en ontvangen van radiocommunicatiesignalen.
In plaats van '( - X - )' staat:
radio-ontvangapparaten
meetapparaten
radioversterkerapparaten
radiozendapparaten
Vraag 4
Tijdens een amateurradio-uitzending moet de radiozendamateur er voor zorgdragen dat:
de zendfrequentie zo stabiel mogelijk is
de grenzen van de hem toegewezen frequentiebanden en het toegestane zendvermogen niet worden overschreden
het maximum zendvermogen niet wordt overschreden
het zendvermogen constant blijft
Vraag 5
De radiozendamateur moet:
kunnen vaststellen hoeveel hoogfrequentvermogen aan de antenne van de zendinrichting wordt toegevoerd
er voor zorgdragen dat het toegestane zendvermogen niet wordt overschreden
kunnen vaststellen met weik zendvermogen de zendinrichting werkt
in staat zijn vast te stellen dat het door de antenne uitgestraalde zendvermogen niet wordt overschreden