[
Welkom
] [
Het waarom
] [
Examens
] [
Morse sectie
] [
QTH Locator
] [
Lijsten / Tabellen
] [
Referenties
] [
Link Sectie
]
Home
»
Examen oefeningen
»
Start pagina F/C examens
» F202001081300
F-Examen : 2005 Voorjaar (50 vragen).
Vraag 1
In het telegrafieverkeer is de gebruikelijke afkorting voor ZENDER:
TX
TR
TRX
ZDR
Vraag 2
In de algemene bepalingen van de Telecommunicatiewet komt de volgende definitie voor:
'( - X ): eigenschap van apparaten, om op bevredigende wijze in hun elektromagnetische omgeving te kunnen functioneren zonder zelf elektromagnetische storingen te veroorzaken die ontoelaatbaar zijn voor alles wat zich in die omgeving bevindt.'
In plaats van ( - X -) staat:
elektromagnetische stoorongevoeligheid
elektromagnetische affiniteit
elektromagnetische compatibiliteit
elektromagnetische toegankelijkheid
Vraag 3
De wetgever onderscheidt de categorieën van vergunningen F en N voor het doen van onderzoekingen door radiozendamateurs.
Dit onderscheid bepaalt uitsluitend de toegestane:
frequentiebanden
zendvermogens en klassen van uitzending
frequentiebanden en de toegestane zendvermogens
toegewezen klassen van uitzending en status op de toegewezen banden
Vraag 4
Een N-vergunninghouder wil bij een F-vergunninghouder zenden op een frequentie van 1297 MHz.
Dit gebruik is:
toegestaan, mits de N-vergunninghouder de roepletters van de F-vergunninghouder gebruikt
toegestaan, mits de F-vergunninghouder aanwezig is bij het radiozendapparaat
toegestaan, mits het zendvermogen maximaal 25 watt bedraagt
niet toegestaan
Vraag 5
De maximale snelheid waarmee de roepletters bij het begin van de uitzending in morsetekens mogen worden geseind is:
12 woorden per minuut
20 woorden per minuut
24 woorden per minuut
30 woorden per minuut