Home » Examen oefeningen » Start pagina F/C examens » Per PA4TON F-module » Transistors

Transistors (10 vragen). Vraag 1 De 'oervorm' van een NPN-transistor is de 'twee-dioden' schakeling in: Vraag 2 De stroomversterking van PNP en NPN-transistoren zal bij toenemende frequentie: afnemen toenemen gelijk blijven eerst afnemen en daarna weer toenemen Vraag 3 Voor een PNP-transistor in klasse A geldt: de collectorspanning is ten opzichte van de emitter positief de basisspanning is ten opzichte van de emitter positief de basisspanning is ten opzichte van de collector negatief de collectorspanning is ten opzichte van de emitter negatief Vraag 4 Als een NPN-transistor in klasse C is ingesteld en er is géén ingangssignaal aanwezig dan: is het spanningsverschil tussen collector en emitter minimaal loopt er maximale stroom van collector naar emitter loopt er maximale basisstroom loopt er géén stroom van collector naar emitter Vraag 5 Een frequentieverdrievoudiger met één transistor wordt gestuurd met een 10 MHz-signaal. In de collectorstroom zijn de volgende frequenties aanwezig: 10 MHz en 25 MHz 10 MHz en 30 MHz 15 MHz en 30 MHz 5 MHz en 15 MHz