[
Welkom
] [
Het waarom
] [
Examens
] [
Morse sectie
] [
QTH Locator
] [
Lijsten / Tabellen
] [
Referenties
] [
Link Sectie
]
Home
»
Examen oefeningen
»
Start pagina F/C examens
»
Per PA4TON F-module
» Voedingslijnen
Voedingslijnen (10 vragen).
Vraag 1
Een zender is via een antenne aanpassingseenheid en een kabel met de antenne verbonden.
Door een juiste instelling van de antenne-aanpassingseenheid wordt:
de combinatie van tuner, kabel en antenne aangepast aan de zender
alleen de antenne in resonantie gebracht
alleen de kabel in resonantie gebracht
de staandegolfverhouding op de kabel naar de antenne afgeregeld
Vraag 2
De staandegolfverhouding in een antennekabel wordt bepaald door:
de mate waarin de zendantenne-impedantie afwijkt van de karakteristieke impedantie van de kabel
het aan de antenne toegevoerde vermogen gedeeld door het afgegeven vermogen van de zender
het afgegeven vermogen van de zender min het vermogen toegevoerd aan de antenne
de som van het afgegeven vermogen van de zender en het aan de antenne toegevoerde vermogen
Vraag 3
Een voordeel van een open voedingslijn ten opzichte van een coaxiale kabel is dat bij de open lijn:
er geen staande golven kunnen optreden
de lijn minder straalt
de verliezen lager zijn
de karakteristieke impedantie (golfweerstand) lager is
Vraag 4
Het voordeel van een coaxiale kabel ten opzichte van een open voedingslijn is dat bij de coaxiale kabel:
de karakteristieke impedantie (golfweerstand) hoger is
de kabel minder straalt
er geen staande golven kunnen optreden
de verliezen lager zijn
Vraag 5
In vergelijking met een open voedingslijn geldt dat bij een coaxiale kabel:
de karakteristieke impedantie in het algemeen lager is
de kabel symmetrisch is
er geen staande golven kunnen optreden
de verliezen in het algemeen lager zijn