[
Welkom
] [
Het waarom
] [
Examens
] [
Morse sectie
] [
QTH Locator
] [
Lijsten / Tabellen
] [
Referenties
] [
Link Sectie
]
Home
»
Examen oefeningen
»
Start pagina F/C examens
»
Per PA4TON F-module
» Modulatie
Transformatoren (10 vragen).
Vraag 1
De primaire wikkeling van een transformator heeft 100 windingen.
De secundaire wikkeling heeft 500 windingen.
Op de primaire wikkeling wordt een wisselspanning van 10 volt aangesloten.
De wisselspanning op de secundaire wikkeling is:
250 V
10√5 V
50 V
2 V
Vraag 2
In de weerstand R1 wordt 2 watt en in de weerstand R2 wordt 20 watt gedissipeerd.
De transformatoren zijn ideaal.
De stroom I is:
9 mA
182 mA
91 mA
100 mA
Vraag 3
De transformator is verliesvrij.
Als de schakelaar in stand 1 staat, is de stroom door de ampèremeter 9 ampère.
Zetten we de schakelaar in stand 2, dan is de stroom door de ampèremeter:
9 A
3 A
1,5 A
4,5 A
Vraag 4
Een variac is in principe een autotransformator.
De knop van de variac wordt zodanig gedraaid dat n
1
= 100 windingen en n
2
= 200 windingen.
U
1
is dan:
48 V
240 V
60 V
80 V
Vraag 5
Om deze schakeling te kunnen maken beschikt u over 4 trafo's met verschillende wikkelverhoudingen.
U wenst een onbelaste uitgangsspanning van 10 V zo dicht mogelijk te benaderen.
U kiest een transformator met een wikkelverhouding van:
31 : 1
5,5 : 1
22 : 1
44 : 1