HAM Radio ZendExamens Banner  [ Welkom ]  [ Het waarom ]  [ Examens ]  [ Morse sectie ]  [ QTH Locator ]  [ Lijsten / Tabellen ]  [ Referenties ]  [ Link Sectie ] 
Home » Examen oefeningen » Start pagina F/C examens » Per PA4TON F-module » Vermogens, dB

Vermogens, dB (10 vragen).


Vraag 1


Van een UHF-ontvanger, bedoeld voor inbouw in een satelliet, wordt het ruisgetal bij kamertemperatuur gemeten.
Na lancering van de satelliet blijkt het ruisgetal te zijn veranderd.

Het ruisgetal na lancering is:


lager door de grote afstand tot aardse stoorbronnen
hoger omdat de voeding wordt verkregen door zonnecelen
lager door de lagere temperatuur in de ruimte
hoger door de lagere temperatuur in de ruimte


Vraag 2


Tussen antenne en zender wordt een aan de antenne aangepaste coaxiale kabel met een demping van 9 dB per 100 meter toegepast.

Bij welke kabellengte is het aan de antenne toegevoerde vermogen ongeveer de helft van het zendvermogen?


100 meter
17 meter
33 meter
50 meter


Vraag 3


Een 430 MHz zender is door 25 meter coaxiale kabel (demping 16 dB/100 m) en een balun (demping 0,5 dB) verbonden met een yagi-antenne (winst 14,5 dB).
Het zendvermogen bedraagt 30 watt.

Het effectief uitgestraald vermogen (ERP) is:


100 W
30 W
1000 W
300 W


Vraag 4


Een 50 MHz zender is door 20 meter coaxiale kabel (demping 20 dB/100 meter) en een balun (demping = 0,4 dB) verbonden met een Yagi-antenne (winst = 10,4 dB).
Het zendvermogen bedraagt 10 watt.

Het effectief uitgestraald vermogen (ERP) is:


40 W
20 W
10 W
30 W


Vraag 5


Van een coaxiale kabel is de demping bij 14 MHz: 12 dB/100 m.
De lengte van de kabel is 25 meter.
Door de zender wordt bij 14 MHz een vermogen van 30 watt in de kabel gestuurd.

In de kabel gaat verloren:


1,5 W
7,5 W
15 W
3 W