[
Welkom
] [
Het waarom
] [
Examens
] [
Morse sectie
] [
QTH Locator
] [
Lijsten / Tabellen
] [
Referenties
] [
Link Sectie
]
Home
»
Examen oefeningen
»
Start pagina F/C examens
»
Per PA4TON F-module
» Condensatoren
Oscillatoren (10 vragen).
Vraag 1
De antennevoedingslijn die het best dicht bij metalen objecten kan worden toegepast is:
coaxiale kabel
open lijn
twin-lead
Vraag 2
In vergelijking met een open voedingslijn geldt dat bij een coaxiale kabel:
de karakteristieke impedantie in het algemeen lager is
de kabel symmetrisch is
er geen staande golven kunnen optreden
de verliezen in het algemeen lager zijn
Vraag 3
Een staandegolfmeter, opgenomen in de antennekabel van een zender, geeft een indicatie van de:
antenneversterking
uitgangsimpedantie van de zender
gereflecteerde energie
golflengte van het uitgezonden signaal
Vraag 4
Een staandegolfmeter voor 50 Ω meet een staandegolfverhouding van 1 op een coaxiale kabel 50 Ω wanneer deze is afgesloten met een:
kortsluiting
reactantie
weerstand van 50 Ω
hoge impedantie
Vraag 5
Een staandegolfmeter voor 50 Ω is aangesloten tussen een zendontvanger en een 50 Ω coaxiale kabel met antenne.
De aanwijzing is 1.
Dit betekend dat de:
voor/achter-verhouding van de antenne goed is
demping van de kabel minimaal is
uitgangsimpedantie van de zendontvanger 50 Ω is
antenne aangepast is aan de kabel