PE1HVH: Radiozendamateur exameneisen

Home » Examen oefeningen » Start pagina F/C examens » Full Exameneisen » Inleiding » Formules

Formules

(1) Wet van ohm

$$ \left[ U = { I • R } \right] $$ of $$ \left[ I = { U \over R } \right] $$ of $$ \left[ R = { U \over I } \right] $$

U = spanning in V, I = stroom in A en R is weerstand in Ohm.

(2) Eerste wet van Kirchhoff

$$ \left[ Σ I = 0 \right] $$

Som van alle stromen in een knooppunt is nul.

(3) Tweede wet van Kirchhoff

$$ \left[ Σ I • R + U = 0 \right] $$

Rondgaande in een schakeling is de som van alle EMK’s (spanningsbronnen) en alle spanningsvallen (I*R) gelijk aan nul.

(4) Elektrisch vermogen

$$ \left[ P = { U • I } \right] $$

Het vermogen is de hoeveelheid stroom die een elektronisch apparaat nodig heeft om te werken.
P = het vermogen in Watt
U = spanning in V
I = stroom in A

(5) dB bij vermogens

$$ \left[ A = 10 • log { \left( Px \over Py \right ) } \right] $$

(6) dB bij stromen

$$ \left[ A = 20 • log { \left( i_1 \over i_2 \right ) } \right] $$

(7) dB bij spanningen

$$ \left[ A = 20 • log { \left( u_1 \over u_2 \right ) } \right] $$

(8) Eletrische energie

$$ \left[ E = { P • t } \right] $$ of $$ \left[ P = { E \over t } \right] $$ of $$ \left[ t = { E \over P } \right] $$

De (eletrische) energie is de gebruikte hoeveelheid vermogen.

(9) Veranderen van grondtal bij logaritmen

$$ \left[ log_a x = { log_b x \over log_b a } \right] $$

(10) Elektrische lading 1

$$ \left[ I = { Q \over t } \right] $$

I = stroom in (A)
Q = Lading in coulomb(C)
t = tijd in seconden(s).

(11) Elektrische lading 2

$$ \left[ U = { E \over Q } \right] $$

U = spanning in V
E = energie in Wattseconden of joule(J)
Q = Lading in coulomb(C).

(12) Frequentie

$$ \left[ f ={1 \over T } \right] $$

f = frequentie in Herz, T = tijd in seconden

(13) Capaciteit

$$ \left[ Q = C • U \right] $$

Q = Lading in coulomb(C)
C = Capaciteit in farad(F)
U = Spanning in volt (V)

(14) Zelfinductie

$$ \left[ U = -L { {\mathrm{d}}I \over {{\mathrm{d}}t} } \right] $$

U = de zelfinductiespanning in volt
dI / dt = verandering van de stroom per tijdseenheid in ampère per seconde
L = evenredigheidsfactor in henry die de coëfficiënt van zelfinductie heet.

(15) Capacitieve Reactantie

$$ \left[ X_{c} = {1 \over 2 • \pi • f • C } \right] $$

f = frequentie, C = capaciteit

(16) Inducatieve Reactantie

$$ \left[ X_{L} = { 2 • \pi • f • L } \right] $$

f = frequentie, L = zelfinductie

(17) Elektrische veldsterkte

$$ \left[ E = {U \over d } \right] $$

U = spanning in V, d afstand in m.