[
Welkom
] [
Het waarom
] [
Examens
] [
Morse sectie
] [
QTH Locator
] [
Lijsten / Tabellen
] [
Referenties
] [
Link Sectie
]
Home
»
Examen oefeningen
»
Start pagina F/C examens
» F201001140000
F-Examen : 2010-01-14 (50 vragen).
Vraag 1
Een radiozendamateur werkt met zijn 70-cm FM-transceiver op de camping.
Zijn buurman gebruikt een draagbare TV, ingesteld op ca. 480 MHz. Hij merkt dat het beeld donker wordt als de amateur uitzendt.
Dit kan het gevolg zijn van:
verkeerde antenne-aanpassing van de amateurzender
te grote frequentiezwaai van de amateurzender
harmonischen van de amateurzender
blokkering van de mengtrap in de TV
Vraag 2
De steilheid van een buis wordt uitgedrukt in:
hellingspercentage
kΩ/V
graden
mA/V
Vraag 3
Een spoel heeft een gelijkstroomweerstand van 24 Ω.
Bij een bepaalde frequentie is de reactantie 32 Ω.
De impedantie is dan:
56 Ω
32 Ω
40 Ω
24 Ω
Vraag 4
Bij het bepalen van het zendvermogen gebruikt men een kunstbelasting (dummy load).
Deze kunstbelasting bevat altijd een:
antenne
weerstand
capaciteit
zelfinductie
Vraag 5
Definitie zendvermogen:
Het door de direct met de antenne-inrichting te koppelen trap van het radiozendapparaat afgegeven gemiddeld vermogen, gerekend over een periode van de (- X - ) tijdens het maximum van de omhullende (Peak Envelope Power).
Op plaats (- X - ) moet staan:
laagfrequente uitgangswisselspanning
hoogfrequente uitgangswisselspanning
laagfrequente ingangswisselspanning
hoogfrequente ingangswisselspanning